11-02-21

Kennisblog: NEN-normen

Welke normen gelden?

Uit de praktijk blijkt dat het voor veel mensen grijs gebied is wanneer, welke normen gelden. In dit blog behandelen we de belangrijkste normen die je moet toepassen bij het ontwerpen en aanleggen van een installatie of machine. Wanneer pas je nu welke norm toe als het gaat om de midden- en hoogspanningstrafo of verdeler? Ik behandel vijf normen die hier betrekking op hebben.

NEN-EN-IEC 61936-1: Sterkstroominstallaties voor meer dan 1 kV wisselspanning

In de NEN-EN-IEC 61936-1 staat omschreven hoe installaties voor spanningen hoger dan 1000 V moeten worden opgesteld. Bijvoorbeeld hoe ver een hoogspanningstrafo van een gebouw moet staan in verband met brandbeveiliging. Maar ook op welke hoogte hoogspanningskabels moeten lopen en hoe om te gaan met veiligheidsafschermingen. Deze norm bevat de algemene eisen voor het ontwerp en de opstelling van elektrische sterkstroominstallaties. In stelsels met een nominale spanning van meer dan 1 kV wisselspanning en een nominale frequentie tot en met 60 Hz, is zo te waarborgen dat deze installaties veilig en naar behoren kunnen functioneren.

NEN-EN-IEC 61914: Kabelzadels voor elektrische installaties

Aan de laagspanningszijde van de trafo hebben we meestal te maken met hogere stromen door de lagere spanning. Hierdoor kunnen behoorlijke kortsluitstromen optreden. De bekabeling tussen de trafo en de verdeler moet daarom zo worden aangelegd, dat ze de mechanische krachten die vrijkomen bij een kortsluiting kunnen weerstaan. Dat betekent dat bij bepaalde kortsluitwaarden, de kabels in blokken of C-beugels met een minimale tussenafstand moeten worden geïnstalleerd. Dit voorkomt dat de kabels door de ruimte vliegen bij een kortsluiting. De diameters van de kabels kan je vervolgens berekenen met de tabellen uit de NEN 1010.

Kennisblog NEN normen

NEN-EN-IEC 61439: Laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen

Wanneer we een laagspanningsverdeler ontwerpen, dienen we rekening te houden met allerlei constructie-eisen, diëlektrische eigenschappen, kortsluitvastheid van alle stroomketens, EMC, mechanische stootbelasting, beschermingsklasse van het omhulsel, etc. Al deze zaken dien je vast te leggen in een technisch constructiedossier, waarbij voor alle metingen en beproevingen een conformiteitverklaring (CE) moet worden afgegeven. Verdeelinrichtingen en MCC’s vallen onder de Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU.

NEN 1010: Elektrische installaties voor laagspanning

Bij het ontwerp en de aanleg van de elektrotechnische installatie en bekabeling van vaste gebouwinstallaties, passen we de NEN 1010 toe. In deze norm staan zaken genoemd zoals het berekenen van kabeldiameters. Daarnaast vind je er de eisen die gesteld worden aan natte zones, eisen aan de manier van aanleg van kabeltracés, maar ook regels voor het maximale aantal groepen achter een aardlekschakelaar.

Let op! Er komt in 2021 een nieuwe versie van de NEN 1010 uit. Zorg dus dat je jouw kennis opfrist zodra de wijzigingen worden doorgevoerd. Hier zal ik op dat moment een apart kennisblog aan wijden.

NEN-EN-IEC 60204-1: Veiligheid van machines – Elektrische uitrusting van machines

Voor het ontwerpen van een veilige besturingskast voor een machine of installatie wordt de NEN-EN-IEC 60204-1 toegepast. In de praktijk zien we vaak dat deze norm niet of onvoldoende bekend is, terwijl deze norm cruciaal is voor het ontwerpen van een veilige besturingsinstallatie. De meeste mensen kennen alleen de NEN 1010, die is echter met name bedoeld voor vaste gebouwinstallaties. Bij veilige machinebesturingen komt echt iets meer kijken. In de NEN-EN-IEC 60204-1 wordt verwezen naar andere relevante normen voor specifieke doeleinden. Je vindt in deze norm alles terug over de gestelde eisen aan stuurstroomketens, noodstopcircuits, bedieningsorganen, toe te passen draadkleuren, maar ook hoe de aarding van diverse installatieonderdelen en -componenten eruit moet zien.

Blokkenschema_NEN-normen

En welke normen gelden dan voor kabels?

Voor het selecteren van de juiste kabels haal ik hieronder twee normen aan:

  • NEN 8012: Deze norm betreft de keuze van het leidingtype;
  • EN 50575: Deze norm betreft de keuze van elektrische leidingen voor voeding en glasvezelleidingen voor sturing of communicatie.
NEN 8012

NEN 8012 is bedoeld voor toepassing op elektrische leidingen, met inbegrip van glasvezelleidingen, voor het transport van energie, signaal en data in elektrische installaties in bouwwerken volgens NEN 1010. Het doel is het ontstaan en de ontwikkeling van brand en rook te beperken.

EN 50575

De EN 50575 is de door de CPR (Construction Products Regulation) aangewezen norm voor het classificeren van kabels, naar kabelgedrag bij brand, in een vaste elektrische installatie in gebouwen. Als er bijvoorbeeld brand uitbreekt en de kabels lopen in de buurt van wandelpaden, wil je voorkomen dat er tijdens het vluchten uit een gebouw, delen gesmolten kabels bovenop personen vallen. Op dit soort plaatsen gelden dus aanvullende eisen voor het brandgedrag van de kabels.

Tip: Schaf de normen aan!

NEN connectVeel bedrijven passen normen toe of verwijzen naar normen die ze zelf niet eens in bezit hebben. Vaak zijn er vanuit kostenoverweging oude kopieën in omloop, met als gevolg dat de laatst geldende normen niet of slecht worden toegepast. Zelf maak ik gebruik van NEN connect. Hiermee kan je voor een vast bedrag per jaar bij de NEN, een x-aantal normen online inzien of downloaden. Je beschikt dan te allen tijde over de laatst geldende normen.

 

Bron : Voormalig engineering manager John Meijer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *